André Brandt’s
Checklist voor het losrijden
Maak kennis met de Zweedse springruiter André Brandt en ontdek hoe hij zijn paarden losrijdt. Aan welke tip heb jij het meest?
Lovisa
Mon 22 Jul - 24
André Brandt’s
Checklist voor het losrijden
Maak kennis met de Zweedse springruiter André Brandt en ontdek hoe hij zijn paarden losrijdt. Aan welke tip heb jij het meest?
Lovisa
Mon 22 Jul - 24
In het najaar van 2023 verhuisde hij naar België om voor de Italiaanse springruiter Lorenzo De Luca te gaan werken. Hij reed eerder voor Zweedse stallen als Hästak en Magic Park Stables en komt inmiddels op zowel nationaal als internationaal niveau uit. We spraken hem over hoe het allemaal begon, en kregen als kers op de taart een masterclass losrijden.
MD-teamruiter André Brandt kwam voor het eerst op een paardenrug terecht tijdens een dagje uit met zijn familie, in een pretpark in het Zweedse Ronneby. Voor 1 euro mocht hij een ritje maken op een pony, en dat was het begin van zijn levenslange passie voor paarden. Na een paar jaar lessen op de manege in de buurt kwam er eindelijk een eigen pony.
– Ik ben niet opgegroeid in een paardenfamilie, maar na een paar jaar rijden op de manege kreeg ik wel een pony. Ik was toen ongeveer 11 jaar. Die pony was heel goed in dressuur, en hoewel mijn moeder niet veel wist van paarden, vond ze het wel belangrijk dat ik les had van een dressuurtrainer en de basis onder de knie kreeg. De meeste dressuurwedstrijden die ik reed, gingen goed en dat stimuleerde me om door te gaan.
Sinds november 2023 werkt André als springruiter voor de Italiaanse springruiter Lorenzo De Luca in België. André heeft een aantal paarden onder zijn hoede die hij traint en uitbrengt, en hij rijdt ook af en toe de paarden van Lorenzo.
– Ik ben in dienst van Lorenzo en hij werkt voor de eigenaar van de paarden, maar je zou kunnen zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor mijn paarden en hij voor die van hem. We hebben een paar jonge paarden, en de rest is ouder. In totaal hebben we er ongeveer 20. Ik heb het hier erg naar mijn zin en heb naar mijn idee veel geleerd sinds ik hier werk.
Elke dag 10 paarden rijden vereist precisie, zowel qua planning als qua rijden. André vindt dat je uit het losrijden kunt afleiden in welke vorm het paard die dag verkeert, en past de training daar ook op aan. Met een vaste losrijdroutine leer je je paard goed kennen en kun je elke dag checken hoe hij aanvoelt.
“Uiteindelijk denk ik dat het beter is om aan het begin van de training nog niet te veel te willen.”
– André Brandt
Vind je het belangrijk om een soort checklist te hebben die je kunt afgaan tijdens het losrijden?
– Dat vind ik heel belangrijk. Dan kan ik kijken hoe de paarden het doen en hoe ze aanvoelen. Op sommige dagen kunnen ze heel fris zijn, op andere juist weer wat stijf of vermoeid. In principe heb ik een weekplanning met wat ik elke training ga doen, maar het is belangrijk om altijd te kijken hoe het paard voelt en de training van die dag daarop aan te passen.
Waar besteed je de meeste aandacht aan tijdens het losrijden?
– Mijn losrijden is vrij basic, ik vraag niet veel. Ik ben me er altijd van bewust dat er eerst een paar honderd kilo spieren moet worden opgewarmd voordat ik iets kan gaan vragen. Uiteindelijk denk ik dat het beter is om aan het begin van de training nog niet te veel te willen. Begin rustig en ga pas meer vragen als je paard goed los is.
Rijd je een jong paard anders los dan een ouder paard?
– Meestal houd ik er rekening mee dat oudere paarden iets meer tijd nodig hebben om op te warmen, die zijn over het algemeen iets stijver. Het is belangrijk om niet te snel met ze aan het werk te gaan. Meestal rijd ik wat meer zijgangen met de oudere paarden, en besteed ik wat meer aandacht aan het ‘contrast’ tussen het weg- en terugrijden. Allemaal heel eenvoudig en simpel, maar met iets meer eisen. Bij paarden tot 6 jaar rijd ik niet zo lang los. Meestal 15-20 minuten, zodat ze genoeg energie overhouden voor de rest van de training. Ook begin ik eerder in het losrijden met tempowisselingen en overgangen. En ik heb m'n teugels tijdens het losrijden iets korter, zodat ik op tijd kan reageren als ze wat zien. Het blijven toch jonge paarden.
Doe je iets anders wanneer je losrijdt voor een wedstrijd?
– Ik houd in principe dezelfde routine aan voor het losrijden, of ik nu thuis train of op wedstrijd ben. Het is voor zowel paard als ruiter prettig om een vaste routine te hebben. Bij het losspringen is mijn doel om het paard goed voor te bereiden op de wedstrijd, het moet makkelijk voelen. Ze moeten ontspannen zijn, zodat jij als ruiter kan gaan rijden zonder dat ze in de stress schieten. Het is beter om een paar lagere hindernissen te springen en niet te veel druk op ze te zetten voor de wedstrijd. Ik denk dat de hoogte vooral voor de ruiter van belang is. Het paard weet niet of de hindernis 10 centimeter hoger of lager staat. De aandacht die je besteedt aan het losrijden, is vaak terug te zien in je resultaten in de wedstrijdring.
De losrijdroutine van André
1. Stappen (ongeveer 10 minuten)
“Ik stap los met lange teugel, zodat de paarden de kans krijgen om op gang te komen en rond te kijken. Bij een paard met veel energie is het goed om wat extra tijd te besteden aan het losstappen.”
2. Lang en laag losdraven (ongeveer 10 minuten)
“Ik draaf met lange teugel, maar houd wel contact. Ik rijd grote voltes in beide richtingen, maar zonder iets te vragen. Het is puur bedoeld als warming-up, om de circulatie op gang te krijgen.”
3. Draven (ongeveer 5 minuten)
“Draven met wat meer contact, met de focus op tempowisselingen en overgangen stap-draf.”
4. Galopperen (ongeveer 5 minuten)
“Ik volg de hoefslag of rijd iets binnenhoefslag om te voorkomen dat ze aan de bakrand blijven plakken. Na een tijdje rijd ik op beide kanten een vliegende wissel op de diagonaal. Ook in galop rijd ik een aantal grote voltes en tempowisselingen.”
5. Draven (ongeveer 5 minuten)
“Ik eindig het losrijden met nog een stuk draven, waarbij de focus ligt op het rijden van kleine voltes, schouderbinnenwaarts en travers. Daarna zijn we over het algemeen klaar om aan de slag te gaan.”